4. RANG FUNCTIE
Korporaal
Sergeant Groepscommandant, tankcommandant,
(jongste onderofficier) stukscommandant
Luitenant Pelotonscommandant
(jongste officier, 22 à 25 jaar) (20 à 40 man, 4 à 10 voertuigen)
Kapitein Compagniescommandant
(30 à 35 jaar) (80 à 150 man) (20 à 40 voertuigen)
Luitenant‐kolonel (overste) Bataljonscommandant
(40 à 45 jaar) (500 à 900 man) (100 à 200 voertuigen)
Kolonel
Generaal Brigadecommandant
(brigade‐generaal, generaal‐majoor, Commandant van een troepenmacht
luitenant‐generaal, generaal)
5. Organieke organisatie aan de wal:
Zeestrijdkrachten / vloot
Groep Fregatten Mijnendienst Onderzeedienst
Organisatie bij inzet:
(COMBINED) TASK FORCES
Task groups
6. Organieke organisatie op de grond
Wing / Geschwader / vliegbasis
Squadron Squadron Squadron
Organisatie bij inzet (in de lucht):
Section Leader of Tactical Air Control Party of Control‐ and Reporting Center
Element Pair Element Pair
7. Combined Joint Task Force (CJTF)
Internationale troepenmacht voor expeditionaire operaties
1. Operaties betreffen altijd meerdere landen (C – Combined)
2. Operaties door meerdere krijgsmachtdelen (J – Joint)
3. Organisatie is tijdelijk en tailor made (TF – Task Force)
8. Combined Joint Task Force
A CJTF is a multi-national and multi-service task force, task-organised and formed
for the full range of Alliance’s military missions, which require multi-national and
multi-service C2 by a CJTF HQ. It may include elements from non-NATO Troop
Contributing Nations.
• Launched in 1993, endorsed in 1994 (Brussels Summit)
• NAC approved WEU led operations (European Security and Defence Identity + PfP)
• Changing security situation, smaller/more divers/unpredictable
• Call for easily deployable multinational, multiservice military formations
• Tasks from humanitarian disaster relief to collective defence
• Short notice availability
• Core of the CJTF is its HQ and its C2 arrangements (nucleus and augmentees)
• Tests 1997 (Allied Effort), 1998 (Exercise Strong Resolve)
• Full NATO implementation in 1999
9. Common CJTF functions
Het CJTF-hoofdkwartier moet daarom in staat zijn om:
• synchronisatie en integratie van operaties in tijd, ruimte en doel → unified
action
• het commando te voeren (tussen de verschillende (non)NATO krijgsmachten
en (civiele actoren zoals NGOs) →
• provide Situational Awareness / Understanding (Intelligence)
• direct Fire and Manoeuvre (dynamic targeting)
• protection
• sustainment
18. ALGEMENE LIJN VAN DE BESLUITVORMING
OPDRACHT
DOELSTELLING
EINDSITUATIE
Analyse van de factoren van invloed:
•Tegenstander
•Weer en terrein met evt. veronderstellingen
•Beschikbare middelen
•Omgevingsfactoren
Bouwstenen voor de planning
Mogelijkheden / opties
Analyse van de mogelijkheden
•Voor en nadelen
•Kansen en risico’s
leidend tot een keuze
BESLUIT
28. Onderscheid:
•Framework operations
o Dagelijkse routineoperaties (posten, patrouilles, CIMIC‐activiteiten)
o Planmatig over een langere periode, gericht op eindsituatie
o Doelstelling: creëren van een veilige omgeving
•Surge operations
o Reageren op dreigingen en kansen
o Kortdurende operaties met een snelle planningscyclus
o Beperkte doelstelling
29. Battle Rhythm
• 0200: Combat Assessment Board
• 0600: Target Synchronization and
CTL Review Board
• 0930: OPG
• 1100: Joint Target Coordination
Board (JTCB)
• 1200: Daily Targeting Board (DTB)
• 1500: Combat Assessment Board
• 1600: Information Operations
Working Group (IOWG) meeting
• 2000: Target Guidance Working
Group (TGWG) Meeting
30. VOORBEELD VAN HET BATTLE RYTHM IN EEN JOINT OPERATIONS CENTER
0615: Briefing door Hoofd Nachtdienstploeg
0730: Dagelijkse CJ‐3 vergadering
0800: Televideoconferentie met G3 van de MNDs
0830: Vooroefenen van HQ‐briefing
0900: Televideoconferentie van HQ‐briefing (MNDs, SHAPE)
1030: Air Reconnaissance Meeting
1300: Overleg met CJ‐3 Air en CJ‐3 Info‐ops
1730: Briefing door Hoofd Dagdienstploeg
1830: Vooroverleg
1900: Televideoconferentie van COMSFOR met divcn
2000: Overleg met CJ‐3 Air en CJ‐3 Info‐ops
2230: Autoriseren van het situatierapport